Praatjesmakers

Zittende op het terras wordt mijn blik gevangen door een man in een Porsche die zó tergend langzaam voorbij rijdt, ondertussen drukdoende blikken te vangen van de mensen op het terras, dat het gewoon gênant is. Wat moet er met deze prachtige Porsche wel niet allemaal aan leegtes en laag eigenwaarde worden gecompenseerd, vraag ik me af.
Nadat ik vandaag tijdens de crosstraining bij de FitnessFirst het programma ‘Praatjesmakers’ kijk, een programma waarbij prachtige gesprekken met kinderen van 4 tot 7 jaar worden gevoerd, wordt me ineens duidelijk hoe het bij die man (lees kind van ongeveer 47 jaar) met die Porsche wellicht moet werken.

Een meisje vertelt hoe graag zij een bekende Nederlander wil worden. ‘Dan vinden kinderen het leuk als ze me zien, dan gaan ze juichen, dan wil iedereen vrienden met me worden’.
Mijn gedachten gaan terug naar toen ik kind was. God ja, dat heb ik toen ook vaak bedacht. Als ik nu maar iets héél goed kan, of als ik bekend word, dan ben ik populair en krijg ik veel aandacht. Dan word ik niet meer als laatste gekozen met gymnastiek, maar als eerste. Dan heb ik met het knapste jongetje verkering (toen kende ik het woord lesbisch nog niet), dan hangt iedereen aan mijn lippen (met enig geduld weliswaar, ik stotterde in die tijd).
Blijkbaar wordt daar dan ontstaansrecht aan ontleend, je bént iemand, je krijgt erkenning, je hoort erbij. Het ego draait weer enorme overuren.
Helaas gaat er bij de meesten vroegtijdig al flink wat mis, schieten liefde, aandacht en erkenning op essentiële momenten tekort en ervaren we pijn. En die pijn is helemaal niet zo leuk, het ego loopt zijn eerste scheuren en gaten op en het zet vervolgens allerlei mechanismen in werking om die pijn nooit meer op die manier te voelen.

En dan is dat grote kind in die Porsche een prachtig voorbeeld van hoe we als volwassen nog steeds ergens stiekem de leukste en de beste willen zijn, hoe we nog steeds zoeken naar liefde, aandacht en erkenning. Om iemand te zijn, en om niet geconfronteerd te worden met de leegte in onszelf, kopen we een dure auto of motor (ja hoor, ik pronk ook met die van mij, al maakt het me vervolgens weer niet zoveel uit als iedereen mijn dubbele vierkante uitlaat wat sneu vindt, ik vind ‘m gewéldig!), maken we carrière, zoeken we een leuke partner en willen we niets liever dan er helemaal bij horen.

Sinds een tijdje vraag ik me af of dat ook de populariteit maakt van Hyves, Facebook en Twitter. Wat maakt dat zo veel mensen de behoefte hebben hun hele leven in woord en beeld daarop bloot te leggen, te delen met vrienden, kennissen en (on)bekenden?
Heeft dat misschien ook te maken met de angst van het ego niemand te zijn..?
Als niemand zou lezen wat er gehyved, gefacebooked of getwitterd wordt, dan zou ook niemand bedenken aan iedereen te laten weten dat je een té gek feest hebt gehad, dat je een nieuwe bank, poes of auto hebt (inclusief foto’s), of sinds een week een nieuwe relatie (en vooral ook met wie), toch? Voor jezelf doe je het dus niet, daar heb je namelijk een ‘lief dagboek’ voor.
Prachtige momenten die iedereen digitaal wil delen, met daarachter soms een enorm gapend gat van leegte en behoeftigheid. Niets is wat het lijkt..

En laat ik eerlijk zijn, tot voor kort deed ik er ook af en toe aan mee. En als ik mezelf dan eerlijk vraag waarom ik de behoefte voelde om mede te delen dat ik die ochtend nog in Parijs liep (inclusief foto van de Notre Dame) en diezelfde middag weer in m’n zusterspakje op de IC, tja.. dan kan ik niets anders verzinnen dan toch even te willen delen wat voor een ontzettend leuk leven ik heb (men zou toch eens anders kunnen denken..!!)

Op zich is er helemaal niets mis met dingen digitaal te willen delen overigens. Soms is het ook écht leuk, grappig of handig wat je op die sites leest of ziet. ‘Life is for sharing’, zoals T-mobile verkondigt, en dat is helemaal waar. Maar er zit een verschil tussen willen sharen vanuit behoeftigheid of een schreeuw om aandacht, of vanuit oprecht iets willen delen. En als je oprecht iets wilt delen, is het dan toch niet veel leuker om de telefoon te pakken, of op je fietsje te stappen naar die goeie vriend(in) toe, om het live te delen?

Maar goed, dat gedeukte ego, wat hunkert naar bestaansrecht, dat hebben we nu eenmaal. En de Porsche-dealer is er blij mee!
En dat ego hoeft ook helemaal niet weg, het hoeft niet dood, we hoeven er alleen maar vrienden mee te worden. En laten we dan die vriend(in) gewoon koesteren, naar hem of haar luisteren, het liefdevolle aandacht geven. Wie weet ontstaat er een verrassend gesprek. Dat scheelt dan misschien een hoop leegte-opvulling, en praatjesmakerij op internet.

Momenteel zit ik in een 40-dagen-zonder-enige-opvulling-van-leegte, om dat gapende, angstaanjagende gat eens van dichtbij te bekijken en er een lichtje (nou, zeg maar gerust lamp, als je ineens zoveel tijd over hebt) in te laten schijnen.
Als het nou toch écht zo is dat die slang, als ik met aandacht kijk, gewoon een touw blijkt te zijn, dan is dat toch een giller?!

..‘En terwijl iedereen voortploetert en zijn onverzadigbare lust naar macht en roem probeert te bevredigen lig ik hier in de schaduw van een boom te zingen’.. (Fray Luis de León)