Zonder alles eigenlijk, dus ook zonder seks ja.
40 dagen zonder kicks, pimps en andere opvulling van leegte.
Geïnspireerd door Tijn Touber, die het boek (Spoed)cursus Verlichting heeft geschreven. Daarin beschrijft hij onder andere hoe hij dit een maand heeft gedaan. Klein verschil is dat zijn maand uitgelopen is tot 14 jaar. Wees gerust, ik heb het echt bij die 40 dagen gehouden.
Een vastentijd, een tijd van bezinning, van naar binnen keren. Me bewust worden van hoe ik leegtes vul en wegloop voor pijnlijke gevoelens. Ik ben nieuwsgierig naar hoe goed ik nu echt met mezelf kan zijn, als ik niet opvul of afleid. Hoe leuk vind ik mezelf eigenlijk? Als ik het stiekem soms saai, ongezellig en niet leuk vind alleen, in hoeverre vind ik mezelf dan eigenlijk ook saai, ongezellig en niet leuk..?
Ben ik in staat om gewoon te zíjn, zonder iets te doen? En dat valt niet mee in een maatschappij waarin human beings human doings geworden zijn..
Eigenlijk zijn we met zo velen vluchteling in eigen leven, en asielzoekers in andermans leven wegens grote onveiligheid bij onszelf. In dit kader zou Geert Wilders een fantastische guru zijn, wanneer hij spreekt over buitenlandse parasieten die terug moeten naar eigen land (terug naar eigen leven dan in dit geval). En ja, dat levert dan weerstand op, en angst, net als in de politiek.
Op de eerste dag van deze 40 dagen verschijnt de volgende tekst op mijn WC-kalender met Boeddhistische wijsheden; ‘naar buiten gericht ontwikkelt de blik het denken, naar binnen gericht het inzicht.’ De reis naar binnen (ofwel terug naar huis?) is begonnen!
De netto winst is kort samengevat een goddelijk lichaam en een goddelijke geest, als je even geen chocola, andere foute suikers, alcohol, koffie, cola, internet (nou ja, zo min mogelijk en puur functioneel), TV/DVD, minimale sms, onnodige aankopen, seks en alles wat er naar neigt, nuttigt. En daarnaast veel in stilte vertoeft (geen radio aan, of soms een beetje klassiek of van die kabbelende beekjes en fluitende vogeltjes muziek) en de afspraak met mezelf twee keer per dag twintig minuten te mediteren.
Mezelf eens flink onder ogen gekomen (aaaaiii…), misschien wel voor het eerst eens écht. Geen uitvluchten meer, geen afleidingen. Een mooie, fascinerende weg, maar niet een gemakkelijke (je bent gewaarschuwd, mocht ik je misschien toch enthousiast maken!).
Ik heb regelmatig een kopje kruidenthee gedronken met mijn eenzaamheid en mijn leegte. De vele variaties aan pijn die ik als kind heb ervaren komen allemaal langs. Ik ben echt voor ze gaan zitten. Moeilijk om met deze gevoelens te zijn, deze recht in de ogen aan te kijken zonder bang te worden of vol te lopen met tranen (als het nou toch eens echt een slang is..? Maar nee, steeds bleek het weer om een touw te gaan). Ze willen gehoord worden, en gezien. En zolang ik ze geen aandacht geef of ervoor wegloop, blijven ze jengelen. Net als kinderen, als je even écht tijd en aandacht voor ze maakt, dan worden ze rustig (nou ja, meestal dan). Je rent toch ook niet weg wanneer je kind huilt. Die pak je op, neem je in je armen, die bied je veiligheid en troost.
Zijn met wat is, gewoon zíjn, simpeler kan het eigenlijk gewoon niet. En toch is dat misschien wel het moeilijkste wat er is.
Wat kun je dan vastzitten in je eigen verhaal en overtuigingen. Dat doet me denken aan die fotoviewers die we vroeger hadden, ken je die nog? Steeds dezelfde plaatjes bekeek je ermee. En ik besef dat die plaatjes hoognodig toe zijn aan vervanging.
Mocht je al ontmoedigd raken door bovenstaande, dan komt nu het enorm leuke: waar ik anders enorm veel tijd tekort kwam, heb ik nu ineens zeeën van tijd over (en geld ook trouwens, maar dit terzijde), wat een zaligheid! Ik ervaar een kompleet andere invulling van tijd dan wat ik tot voor kort gewend was. Zodra ik was opgestaan werd de computer al opgestart. Vanalles moest er dan gecheckt worden, mijn mail, hyves, facebook, wie is er vrienden geworden met wie, ‘goh, kent zij haar ook? Wat is de wereld toch klein’, wat doet iedereen vandaag en heb ik zelf nog wat te melden op die sites dat mensen vooral weten dat ik een leuk leven heb?, nog even chatten en en zo was ik soms zomaar 2 uur verder. Nog steeds niet gedoucht, pyjama nog aan, sportkleding die klaarlag, maar god, het was eigenlijk ook alweer te laat om te gaan, er moest ook nog gewerkt worden.. Menigmaal schoot mediteren, schoonmaken en het piano oefenen erbij in, écht geen tijd voor gehad. Ammehoela dus.
Internet is dus vanaf dag één niet meer opgestart ’s ochtends. Opstaan, ontbijten, douchen, mediteren, pianospelen, sporten en dan nog steeds een zee van tijd over. Lopend naar de winkel in plaats van op de fiets, en dan ontdek ik ineens een bramenstruik met rijpe bramen om de hoek van de straat die ik nog nooit eerder heb gezien.
En al lopend denk ik aan het hoofdstuk uit het boek ‘De Kleine Prins’:
‘Goedendag’, zei de kleine prins. ‘Goedendag’, zei de koopman. Hij verkocht uitstekende dorstlessende pillen. Men slikt ze eens in de week en voelt nooit meer de behoefte om te drinken. ‘Waarom verkoop je die?’, vroeg het prinsje. ‘Het is een goede tijdbesparing’, zei de koopman. De geleerden hebben het uitgerekend. Je bespaart drieënvijftig minuten in de week. ‘En wat doe je dan met die drieënvijftig minuten?’. ‘Daar doe je mee wat je wilt..’. ‘Als ik drieënvijftig minuten over had’, dacht het prinsje bij zichzelf, ‘dan liep ik heel rustig naar een bron..’
Folders gaan gelijk in de vuilnisbak, ik zou eens iets écht nodig kunnen hebben. De stad is even een no-go-area. Ik heb weer tijd voor geschreven brieven en kaarten, in plaats van getypt via de mail. Ik moet mijn maximum van een half uur internet per dag natuurlijk goed benutten. Ik geniet van het schrijven, wat heb ik eigenlijk een leuk handschrift! En met veel meer aandacht ben ik zo met die ander bezig, dan wanneer ik een mailtje afraffel.
Geen koekje bij de koffie (saai!), geen chocola als ik moe ben of ongesteld moet worden (kan geen rijstecrackers meer zien). Van de heerlijke koffiegeur ga ik zo ongeveer kwijlen.
Gaypride zonder alcohol, ook een wat andere ervaring. Ja, het is discutabel of een Gaypride past in zo’n 40 dagen project. Maar goed, om het goed te praten bedacht ik me dat ik als Boeddha op de berg zou kunnen blijven zitten, maar dat het uiteindelijk toch gaat om mijn dagelijkse leven en alle prikkels en verleidingen daarin. En tuurlijk, dan loop ik op de Gaypride de mooiste vrouw tegen het lijf, ‘love is in the air’, op het punt van zoenen staan, ideeën over een romantische nacht hebben samen, en toch onverrichte zaken weer naar huis gaan.
Niet ieder verlangen hoeft als een dolle stier achterna gerend en bevredigd te worden, ik voel nieuwsgierigheid naar de onrust die het geeft om eens níet tot actie over te gaan (van welke aard die actie dan ook is die ik in mijn hoofd heb gehaald). Jajaja, en tegelijkertijd sla ik me op dat moment van de Gaypride natuurlijk tegen mijn kop van zo’n 40-dagen-project!
Tjonge, wat heb ik ook een hoop meer energie. Ik slaap veel beter, en als ik al wakker lig dan is dat omdat ik echt geen slaap heb en vol zit met ideeën. Zo rolt menig gedicht eruit (mijn ego maakt een sprongetje nu, misschien komt er toch nog eens een gedichtenbundel van mij op de markt..?).
Zo heb ik een paar domeinnamen geregistreerd voor mijn toekomstige praktijk.
Ondertussen besef ik me waar ik allemaal zo moe van word.. al die zinloze prikkels die ik tot me neem door o.a. internet en TV. Door allerlei andere opvullingen die niet voedend zijn of uiteindelijk nergens toe leiden, behalve tot verder van mezelf wegraken. Vluchteling in eigen leven..
Mijn dagelijkse (aandacht)meditatie heeft me enorm geïnspireerd. Ik word steeds meer de toeschouwer van mijn eigen interne soap, in plaats van medespeler, verwikkeld in allerlei dramatische scènes.
Ik ben ook geïnspireerd door de mooie gesprekken die deze tijd me hebben opgeleverd, met vrienden, collega’s en (on)bekenden. De herkenning. De onrust en vluchtigheid van de maatschappij waarin een ieder zich voelt meegezogen. Geleefd worden, in plaats van te leven. Zelf aan het stuur willen zitten, in plaats van willoos op de achterbank rondgereden te worden. Slaaf te zijn van al je verlangens en begeerten, en je angsten en onzekerheden.
Als afsluiting van deze innerlijke reis vertrek ik voor de laatste vier dagen naar klooster Lilbosch in Limburg. Een mooie afsluiting. Broeder Johan Baptist, die me nog herkent van eerdere verblijven, komt me zwaaiend met de armen in de lucht vanuit het veld tegemoet lopen. Broeder Johannes, de gastenbroeder, die ik altijd een klein beetje loop te plagen, en die mijn hart dan opent met zijn gulle schaterlach. De vele varkens, behorend bij het klooster, ravotten nog steeds in de drek, een prachtig schouwspel. Al wandelend in de natuur eten van bramen, vlierbessen, en ineens die wijnrank met druiven ontdekken. Dat is geluk hebben.
De eenvoud van het kloosterleven, less is more, dat weten de kloosterlingen als geen ander. Ik heb er de afgelopen 40 dagen ook van geproefd en ik besef: less is inderdaad more.
Mijn ego vindt het overigens maar een stom project. Een mislukt project ook. Want ik heb toch een keer een beetje chocoladepasta op mijn boterham gedaan.. en toch ook af en toe Snelle Jelle’s gegeten als ik duizelig werd van te weinig suiker. Ik heb soms toch ook ge-sms’t terwijl dit niet echt nodig was.
En daarbij, ik voel me nog steeds soms eenzaam of verdrietig of boos, terwijl het toch een oase van rust in me zou moeten zijn na zo’n periode? Een mislukte actie dus, vooral overnieuw beginnen. En dan beter mijn best doen.
Ik laat dat ego maar weer razen, beseffende dat geluk niet een immer durend gevoel is. Net zoals pijn of angst geen immer durend gevoel is. Alles komt en gaat. ‘Goede tijden, slechte tijden’ duurt uiteindelijk dagelijks ook maar een half uurtje.
Waar het om gaat is het gouden randje om de dag. En iedere dag heeft zo’n gouden randje (vaak zelfs meer dan één!), ook al is je dag voor je gevoel nog zo saai of leeg, let maar op.
Wat was die van jou vandaag?